En hoe authentiek zijn de kanonnen, die schuin gericht staan op de zee en gedeeltelijk op de kassen? Hoe kom je hier achter als je geen kenner van wapens bent of de feiten over de Eerste Engelse Oorlog niet paraat hebt? Bij nadere inspectie blijken de kanonnen uit 1834 te stammen en weinig met deze historische zeeslag te maken te hebben.
Is hier sprake van opzettelijke falsificatie of speelt men op handige wijze in op het verlangen naar cultuurhistorische relicten en de toeristische blik die niet al te kritisch de feiten toetst?
De objekten zelf hebben weinig te maken met de geschiedenis die ze moeten vertegenwoordigen, maar zoals Lowenthal al zei “ dat wat een cultuur goed van pas komt als symbool, verhaal of held wordt vervormd of misbruikt en kan grotendeels op falsificatie berusten.”
Ook Gerard Rooijakkers heeft het over “de wijze waarop sommige voorwerpen, rituelen en verhalen worden uitgeroepen tot uniek erfgoed en andere tot afval.” De wereld van de ‘musealisering’ en die van het grote vergeten.
“Onze omgang met cultuur is heel eenzijdig. Wat wij als traditie, ritueel, erfgoed beschouwen, belicht meestal alleen de positieve, esthetische kanten. Het zijn feesten die je kunt bezoeken of unieke voorwerpen die onze identiteit symboliseren.”
Door het musealiseren van objecten en gebruiken is het fundamenteel veranderd van funktie en betekenis. Een gebruik is een toeristenattractie geworden, een gebruiksvoorwerp een museumstuk : “De angel is eruit. Er is onherstelbaar gerestaureerd.”, volgens Rooijakkers.
Barbara Visser onderzoekt in haar projekt Toekomstige Groeten voor Wind Mee de overvloed van streekmusea in het gebied. Het bijzetten van objekten en gebruiken in een museum betekent ook voor Visser dat ze onschadelijk zijn gemaakt en daardoor de weg wordt vrij gemaakt voor nieuwe ontwikkelingen. Visser : “De streekmusea van de toekomst zijn divers, maar hun onderwerp sluit steeds goed aan bij toekomstige realiteiten in Nederland, en de streek in het bijzonder. Hiervoor zal ik een aantal ontwikkelingen in kaart brengen, en een voorspelling maken van te verwachten toekomstige perspectieven op ons verleden”
Zij ontwerpt een set ansichtkaarten, gebaseerd op deze toekomstige streekmusea en balanceert daarmee op de grens tussen realiteit en fictie, falsificatie en idealisme.
Geen vissersboten of reddingsboten, maar enorme passagiersschepen, die mensen naar andere werelddelen brachten om een nieuw leven te beginnen. Velen gingen ooit aan boord van de Holland Amerika Lijn aan de Wilhelminapier in Rotterdam. Op de hoek Veerkade, aan de overkant van de Maas staat het bronzen standbeeld Tsaar Peter de Grote (1997 )te turen naar die kade. Het is alsof hij in vol ornaat met fluwelen jas, zijden kousen en pruik staat te kijken naar de vermeende passagiers aan de overkant en daarmee opzettelijk eeuwen tijdsverschil overbrugt.
Daar is op de punt van de pier, voor hotel New York, het monument Lost Luggage Depot(1996) van Jeff Wall opgericht. Niet alleen om 650 jaar stadsrechten en 50 jaar wederopbouw te herdenken, maar om bovenal de onderliggende dramatiek van al die zich verplaatsende mensen met hun bagage te verbeelden. De drie circelvormige open etages vol verdwaalde (hut) koffers, plunjezakken, kisten, tassen, een stuk karton of opgerold matje zijn afgietsels en melancholiek van sfeer. Het herinnert aan vertrek en aankomst, het verlaten van een vertrouwde omgeving en het opbouwen van een nieuw leven op onbekende grond. Het monument maakt geschiedenis zichtbaar en tilt de vele persoonlijke verhalen naar een universeel niveau : emigratie is van alle tijden.
Kunstenaar Saskia Janssen heeft het in haar projekten (foto, video) met name over verplaatsingen van mensen en goederen, ontheemding en onthechting. In het kader van Upstream (2002) 400 jaar V.O.C, maakte zij een gefilmd portret Greenhouse Sleepers (2002) van een groep immigranten, vluchtelingen, illegalen, afkomstig uit vele landen en allemaal woonachtig in Amsterdam. Zij dreven traag op een plateau rond tussen de tropische geimporteerde bomen en planten in een kas van de Hortus Botanicus. Met deze lokatie maakte Janssen een verbinding met de 17e eeuwse handelroutes. Door alle verplaatsingen kunnen ook weer nieuwe culturen ontstaan De nieuwe muziekstijl Indorock ontstond bijvoorbeeld door een vermenging van Indocultuur met Amerikaanse rockmuziek in de jaren vijftig in regio Den Haag. Saskia Janssen verdiept zich voor Wind Mee in deze cultuur. Tot op de dag van vandaag zijn nog tientallen Indorockbands bij elkaar en met een aantal muzikanten stelt zij een verzamel cd samen als soundtrack voor het landschap.
| 2004 - 2005 | | Erfgoed en nieuwe culturen door Ingrid van Santen | home kunstenfietswerk/WindMee | home | | Vissersverhalen en Zeehelden | De vijand kon via zee arriveren. Talloze fortificaties en bunkers zijn de stille getuigen en langs de kunstfietsroute staan op diverse lokaties nog kanonnen opgesteld. Zij moeten bijvoorbeeld de herinnering aan de zeeslag voor Ter Heijde tussen de Engelse en Hollandse vloot (1652-1654) levend houden. De grote admiraal Maarten Tromp sneuvelde hier op 10 augustus 1653, werd een legende en kreeg een praalgraf in de Oude Kerk in Delft. Dit werd 350 jaar later groots herdacht met een uitgebreid festival in Ter Heijde, waarbij een replica van het luchtverdedigings- en commandofregat de Hr. Ms.Tromp met krakende masten en de geur van teer te bezichtigen was. Hoe is het om een zeeheld te zijn? Dit vroeg Chris van Steenbergen zich af toen ze in Hoek van Holland op verschillende ANWB-paddestoelen de tekstfragmenten van oud zeehelden verhalen aanbracht onder de titel Attentie (1999) “Zij voeren de haven uit met groot zeil”, zo staat te lezen of “ Mannen wordt wakker! Het land ligt vlak voor ons. Land. Land!”. Het publiek kan nog steeds aan de hand van deze regels richting zee wandelen (of viceversa): “volg tijdens deze wandeling uw fantasie en vind de zeeheld in uzelf.” Maritieme kennis gecombineerd met technologische snufjes gaan hand in hand in het projekt van Zeger Reyers : “Wij Hollanders zijn De Zee al eeuwen de baas, we leven beneden de zeespiegel en terugblikkend op een historie van zeevaart, is De Zee misschien nog wel een belangrijker handelsmerk dan de klomp, tulp en kaas.” Reyers stippelt een toekomstige waterfietsroute uit voor Wind Mee en wil deze door topsporters op hightech waterfietsen laten uitvoeren : de route loopt min of meer parallel aan de fietsroute en wordt soms meters beneden de zeespiegel gefietst. De lijst van oude zeehelden zal worden aangevuld met Nieuwe Zeehelden, tevens de titel van Reyers projekt en geheel in de traditie zal Hollands Glorie een nieuw volksfeest worden. Dit keer zijn het niet de Engelsen, maar de zee zelf die de grootste bedreiging voor Ter Heijde vormt. Het ongeveer 800 inwoners tellende dorp, dat vlak achter een smalle duinenrij ligt, is in de loop der eeuwen al enkele keren weggevaagd. De duinen zijn verstevigd met een basalten glooiing en damwand en Rijkwaterstaat is sinds 2003 bezig met zandsuppleties om het strand op te hogen, zoals op een groot bord bij zee wordt aangekondigd. Ter Heijde geldt als een zeer zwakke schakel in de Nederlandse kustverdediging en de bewoners strijden weer voor behoud van hun dorp. Tijdens de Duitse bezetting werd het dorp afgebroken en in de jaren vijftig herbouwd : alleen de kerk bleef staan. Niettemin voelt de voorzitter van de sportvisvereniging en beheerder van clubgebouw De Viskeet, Geert Pakvis, zich nergens veiliger dan hier. Wat is op deze telkens bedreigde plek aan de kust nog authentiek? Een nagebouwd schip, een nagespeelde geschiedenis, een herbouwd dorp en aan de rand ervan een afgebrokkelde Kousenpaal 1500-1800., die ook zijn langste tijd lijkt te hebben gehad. Zou de vissersvrouw, die aan het radioprogramma van Esther Polak meedoet vanuit de Scheveningse vuurtoren, weten dat hier een monument staat als herinnering aan al die vislopers die hier hun schoenen en kousen uittrokken om blootvoets in de omliggende dorpen hun vis uit te venten?
|