Verruil je huissleutel voor een sterk verhaal
door Sjaak Langenberg
Toeristen die zich tegen betaling in Jemen laten ontvoeren. Miljonairs die astronomische bedragen neerleggen voor een reis door de ruimte. Om de aandacht van televisiekijkers vast te houden zijn zelfs Extreme Makeovers niet meer toereikend.
Valt er nog een belevenis te bedenken die beklijft? Is het nog mogelijk een authentieke ervaring te creëren in een door media beheerste cultuur waarin niets meer aan de verbeelding wordt overgelaten? Als reactie op de doorgedraaide beleveniseconomie bedachten kunstenaar Sjaak Langenberg en vormgever Rosé de Beer het avontuur Verruil je huissleutel voor een sterk verhaal.
Voor één dag stonden een aantal personen hun huis en huissleutel af in ruil voor een bijzonder verhaal over hun woonomgeving. In hun tijdelijke verblijfplaatsen werkten Sjaak Langenberg en Rosé de Beer aan teksten waarin de dagelijkse leefomgevingen van de afwezige bewoners in een nieuw perspectief worden geplaatst. Zonder iets in of aan de huizen te veranderen, brachten zij een metamorfose in woorden tot stand. Na afloop kregen de bewoners hun huissleutel terug en ontvingen zij het hoofdstuk over hun huis per post.
Verruil je huissleutel voor een sterk verhaal is ontwikkeld in opdracht van Pluimen. Pluimen geeft sinds 1997 de Pluim uit. Met de Pluim geef je een belevenis naar keuze cadeau. Een aantal kunstenaars heeft van Pluimen de opdracht gekregen een belevenis te bedenken. Sjaak Langenberg en Rosé de Beer hebben met hun kunstproject op buitengewone wijze op de dagelijkse praktijk van Pluimen gereflecteerd. Hun avontuur kan cadeau worden gedaan via www.pluimen.nl. Maar voordat je iets krijgt, zul je eerst je huissleutel moet inleveren…
Het was niet moeilijk om je huis te vinden. Je naam staat in neon op het dak van het appartementencomplex: BRUNO SULTANA. Toch liep ik bijna bij de overbuurvrouw naar binnen, maar toen ik je naam noemde kreeg zei de smaak van appel en rozijnen in haar mond, en was ik meteen niet meer verdacht. Jaloers keek ze naar jouw sleutelbos in mijn hand.
Bruno Sultana. Niet iedereen valt in katzwijm bij jouw naam. De buurvrouw die op haar balkon alleen het gezelschap kent van een stenen eend en een paar verlepte geraniums, spreekt er schande van dat jouw naam op haar dak prijkt. Ze zal het natuurlijk nooit recht in je gezicht zeggen. Dat doen buurvrouwen niet. Ze heeft nieuwe gordijnen gekocht, speciaal voor jou. Ze werd gek van het blauwe schijnsel dat jouw naam in haar woonkamer verspreidde. Ze moest eens weten wie je bent.
Drijfhout op de verwarming. Woestijnzand in de champagnekoeler. Een paar bakstenen op de vensterbank. Dat is alles wat er nog resteert van je paleis. Soms neem je een baksteen op schoot om hem gedachteloos te betasten. Die met de blauw geschilderde zijkant is favoriet. Lang duurt het staren niet, want doordeweeks wordt je om de paar minuten opgeschrikt door de dreunen waarmee de palen van het nieuwe centraal station de grond in worden gestampt. Het klinkt niet als heien, maar als de systematische vernieling van de blauwe muur die om de binnentuin van je paleis stond. Wat moet dat wennen zijn geweest toen je hier kwam wonen. Die liefdeloze architectuur van het appartementencomplex. Om het niet te hoeven zien, zet je in gedachten de ijzeren entreepoort met bladgoud af en plant je boomvarens om het gebouw die je doen denken aan Nieuw-Zeeland waar je ooit een bevriend vorst bezocht.
Zit niet bij de pakken neer, ook al werd je paleis je ontnomen! Neem een voorbeeld aan Majestic Basil. King of the herbs. Once regarded sacred to the gods. Basil still reigns surpreme. Je hebt meer pijlen op je boog dan die ene die nu, bij gebrek aan hart om te doorboren, aan de muur in de gang hangt. Je hebt nog een paar staatsieportretbonnetjes bewaard. Ze hangen naast de voordeur. Vergeten in te leveren bij Bas. Ben je onderweg naar Bas, waar prinses Dilva achter de kassa zit, wel eens afgeslagen naar Bharat Lachmansingh? De Sultan die daar de scepter zwaait heeft een kaartje op zijn borst gespeld met de tekst: ‘Don’t touch’. Zo dwing je respect af in deze buurt.
Soms zou je je als een kind samen met de blauwgestreepte opblaasbare zebra willen verstoppen onder de toonbank van Juwelier De Gouden Kroon of Juwelier Golden Taj-Mahal, met je ogen stijfdicht, zodat alles zwart wordt en alles weer maakbaar is. Maar je bent geen kind meer. Iemand met zo’n rijk gevulde boekenkast is geen kind meer. Al valt die kennis je soms zwaar. Dan grijp je naar boeken als Being happy! A handbook to greater confidence & security’ written and illustrated by Andrew Matthews, De kunst van het geluk van de Dalai Lama of het boek met de mooiste titel uit je hele verzameling: Stel eens een domme vraag. Ik stel er meteen één: ‘Kreeg je deze boeken cadeau en zijn het ongelezen pronkstukken van je vermeende intelligentie?’
Tjonge, wat ben ik ineens onaardig. Zelfs ik behandel je niet met het respect dat je verdiend Bruno Sultana! Heb ik al gezegd dat ik het een prachtige naam vind? Toen ik vanochtend door je straat liep, op weg naar je huis, lag de stoep vol gebruikte Senzeopads. Bruno Senzeo was het eerste wat ik dacht, niet wetende dat je niet over zo’n apparaat beschikt. Jij die van woordspelletjes houdt - wie noteert er anders enterprise, enterprison enterprisonment op zijn muur? – zal het me vergeven. Misschien kun je hem nog een keer gebruiken als je een valse naam moet opgeven, of als ze niet geloven dat je Bruno Sultana heet. Eigenlijk bied je naam al genoeg informatie om een hele wereld op te roepen. Je kunt meteen gaan rentenieren met zo’n naam. Het is de naam van een Nobelprijswinnaar, een Latijns-Amerikaanse schrijver, of een bandiet...
Wat zou je graag een bandiet zijn. De hele stad vol met posters met jouw signalement erop. Die herhaling in het straatbeeld. En dat je dan op straat loopt en niet herkend wordt, terwijl je naam overal geschreven staat: GEZOCHT: BRUNO SULTANA. Nog mooier zou het zijn als die aankondigingen eruit zouden zien als prijswinnende affiches van een dansvoorstelling of een expositie. En dat iemand dan zo’n affiche zou jatten om hem thuis aan de muur te hangen. Je wil gestolen worden Bruno Sultana. Daarom heb je me vandaag niet de sleutel van je huis gegeven, maar van je hoofd.
Zoals Beuys sprak met de haas, zit jij soms op het balkon met het masker van een giraffe over je hoofd. In deze vermomming ga je het gesprek aan met de versteende eend van de buurvrouw. Als de buurvrouw onverwachts naar buiten komt doe je net of je de krant leest aan de binnenkant van het masker. Waar jullie over spreken moet geheim blijven, maar laatst zei de eend iets waar je nog lang over na hebt gedacht: ‘Do plans live forever?’. Je hebt het op een van de ramen van je woning geschreven. Zo’n eend van steen heeft mooi praten over de eeuwigheid.
Nu je uit je paleis bent verjaagd en geen hofnar meer hebt die je een spiegel voorhoudt waarin de wereld op zijn kop staat, ben je zelf af en toe de nar. Ik houd van narren. Ik kom uit de stad waar carnaval een instituut is, de stad waar je broer Sandro Sultana (niet te verwarren met Carlos Santana) is opgeleid. In die stad leefde een schoenverkoper die zong: ’Bij ons staat op de keukendeur het is niet altijd rozengeur en mijn vader schreef op het behang lekker is maar ene vinger lang. En op de deur van het buffet, daar heeft mijn moeder op gezet: Wat er bij ons ook gebeuren zal, we vieren altijd carnaval.’
Gekken en dwazen schrijven hun namen op muren en glazen. Vergeef me de uitdrukking. Ik vond hem in het boek met Nederlandse spreekwoorden, spreuken en zegswijzen uit jouw collectie (vlakbij het boek Writing on the wall). A white wall is a fools paper staat er in hetzelfde boek. ’``Wie schrijft die blijft’, roept de eend nu vanaf het balkon.
Jij schrijft overal iets op als je de kans krijgt. Op bierviltjes, schoteltjes, servetjes, mokken, lege flessen, op schelpen, op muren en op ramen. Wie heeft ooit bedacht dat we tussen muren moeten leven? Is de architect ooit aangeklaagd? Als je weer van een van je verre reizen terugkomt, komen de muren op je af. Gevangenen proberen de muren van hun cel te bezweren door ze te bekladden. Een muur is geen muur meer als je erop schrijft. Taal maakt steen poreus. De lange muur in je woonkamer ontken je door hem te gebruiken als dagboekbladzijde.
7.00 shower & dress
7.20 leave
Zo heb je een manier gevonden om hier te leven. Een levensles die ik ter harte neem; je bent en blijft een leraar. Jouw oneigenlijk gebruik van het appartement scheelt mij een hoop werk. Als je zo naar je huis kunt kijken bespaar je geld voor een Extreme Makeover. Als eerbetoon schrijf ik mijn verhaal op het laatste nog onbeschreven stukje muur in je appartement.
Maar Bruno Sultana, waarom schrijf jij op je ramen? Om niet meer naar buiten te hoeven kijken? Is het een soort doorgeslagen timemanagement? Iedereen zal denken dat ik het verzonnen heb als ik schrijf dat je hele schema’s hebt getekend op de ramen. Jasper, Sanne, Gijs, Derk, Henri, Kerrie, Ton, Jacqueline, Anton, en vele anderen die met jouw leven zijn verbonden, zijn in een grafiek uitgezet. Word hier een complot beraamd?
Ik voel me een suppoost in een museum met jouw privé-collectie. Dit hele huis is tegen het vergeten ingericht. Waarom ben je zo bang dat alles je ontglipt? Wat valt er te verliezen Bruno Sultana? Als je je gedachten rechtstreeks op een van je tien harddiskwriters had kunnen aansluiten, had je het allang gedaan, zo vermoed ik. Stel dat die op de ruiten gekalkte schema’s en organogrammen tot levende organismen zouden uitgroeien, krioelende letters die steeds weer nieuwe verbanden aangaan zoals de magneten op je koelkast? Niet zo dwingend als De eed van zuiverheid, het manifest van dogme 95 dat tussen al je papieren ligt, maar een schema dat het leven recht doet en haar niet indeelt in dagen, weken en projecten. Stel dat Liza’s naam even zou oplichten als ze aan je denkt… Stel dat al je gedachten zouden opdoemen als adem op een beslagen ruit. Stel dat je niet in dit appartement, maar in je hoofd zou kunnen leven, en in dat van anderen.
Je voordeur gaat alleen met grof geweld dicht, alsof hij protesteert en ook iets heeft geleerd van jouw levenswijze.
Het is 26,8 graden in huis. Daar zit je weer met die baksteen op schoot op de bank. Mooi beeld, vooral omdat die bank één van de weinige elementen in de woonkamer is die nog enigszins in de buurt komt van een conventionele inrichting. Waar ben je met je gedachten? In Shanghai? Op Planet Bruno? Om half tien schrik je wakker uit de dagdroom, niet van het heien buiten, maar van de wekkerradio die de slaapkamer plots met stemmen vult.
De blauwe hondjes die zichzelf repeteren op de 15 toiletrollen in het toilet zouden ergens anders niet misstaan, maar in dit huis, waar alles anders is dan normaal, zijn ze een raadsel. Waar kijk je naar als je op je hometrainer wordt aangemoedigd door Olympisch kampioen Quincy Watts? Waarom ziet de Lonely planet South east asia en de National Geographic reisgids China er nog als nieuw uit? Er blijft gelukkig nog veel te raden over. Maar waar ik echt niets van begrijp is het laminaat op de vloer. Dat moet van de vorige bewoner zijn.
Als ik de laatste keer door de binnentuin loop die de entree naar je huis met groen omlijst, waan ik me in een paleistuin. Ik begroet een buurman onder de appelboom alsof hij jouw lakei is. Hij heeft een tas bij van Bas. De bamboe tuinfakkels zijn deze week in de aanbieding. Ze verspreiden een tropische citronellageur. In Nederland ben je geen sultan, maar een tussendoortje. De naam Sultana is afkomstig van de Sultana rozijnen, zoete bruine rozijnen die gemaakt zijn van de uit Griekenland en Turkije afkomstige witte pitloze Sultana druiven. Sultana verandert je leven... Even. En zo is het maar net.
Je archiveert, je registreert, je maakt schema’s. Dus je weet vast hoeveel pakjes Sultana’s er in de mand naast je voordeur liggen. Het zijn er nu nog 48, want ik heb er één meegenomen onderweg naar het volgende hoofdstuk.